Ode aan Helga
Midden in de nacht sta ik tussen de junks te klappertanden in de rij voor de nachtopvang. Mijn arm wordt vastgeklampt door een zuur ruikende oude man, Pablo.
Een uur geleden zat ik nietsvermoedend in mijn pyjama voor de tv. De bel ging en voordat ik op kon staan, hoorde ik met een Duits accent: Shakira, ik weet doch da jij er bent! Shit. Helga.
Helga is ook opbouwwerker. Op papier. In het echt is ze een tornado van sterke principes, een groot hart en weinig ontzag voor sociale conventies. Je houdt van haar of je haat haar. Ik hoor normaliter bij de eerste groep, maar nu even niet.
Eenmaal de deur geopend trok ze me direct aan mijn arm naar buiten: We moeten NU naar het Zuiderpark. Ik wou niet naar het Zuiderpark, in november, in de vrieskou en in mijn pyjama. Maar voor Helga was dat helaas niet relevant. Ik MOET. Want er ligt een zwerver in het Zuiderpark en het is te koud om daar te overnachten. Hij spreekt alleen maar Spaans en Helga, wat n mazzel, bedacht zich dat ik Spaans spreek en in de buurt woon.
In het park lag inderdaad een wat verfrommelde man op een bankje. Naast hem stonden twee grote koffers. Hij heette Pablo, was verdwaald of verloren (zelfde woord in t Spaans) en wist niet waar hij naartoe moest. Helga wist het wel: Hij moest naar de nachtopvang, zo’n 30 minuten lopen. Ik kon een koffer dragen en zij de ander.
Mijn hart is lang niet zo groot als dat van Helga en ik vind het allemaal mooi geweest. Ik wil terug naar mijn bank, mijn cv en mijn warme chocolademelk. Maar helaas, hier sta ik in de rij met Pablo, die steeds aanhankelijker wordt. Als we aan de beurt zijn kijkt een dame op van haar intekenlijst. Ze kijkt eerst mij aan, slaakt een diepe zucht en zet een kruisje op haar lijst. Zo Pablo, toch maar weer teruggekomen? Ja Carla, zegt Pablo in accentloos Nederlands, ik moest van die mevrouw.